Taakgerichte uitvoeringsvariant uit de kinderschoenen halen

Ontwikkelen vraagt samen groeien

Van de drie uitvoeringsvarianten voor de inkoop van jeugdhulp lijkt de taakgerichte variant gepaard te gaan met de laagste administratieve lasten en met meer mogelijkheden voor lange termijn partnerschap tussen gemeenten en aanbieders. Waarbij wordt aangenomen dat gemeenten beter kunnen sturen op kwaliteit en zorggebruik. De potentiële bijdrage van deze uitvoeringsvariant blijken echter sterk afhankelijk van de manier van toepassen door gemeenten en aanbieders. Dat leren ook de leerkringen taakgericht die het Ketenbureau i-Sociaal Domein organiseert. Peter Paul Doodkorte, Regioadviseur, geeft een eerste doorkijkje in de lessen uit de uitvoeringspraktijk van gemeenten en aanbieders.

Vindtocht langs vragen, opgaven en ambities

Geeft de taakgerichte uitvoeringsvariant gemeenten en aanbieders écht meer financiële controle. Werkt de uitvoeringsvariant voor elk zorgproduct? En is de rechtsbescherming van de client wel goed geborgd? Er zijn veel verwachtingen en potenties. Zeker. Tegelijkertijd vragen de randvoorwaarden voor een echt volwassen uitvoering van de taakgerichte uitvoeringsvariant nog de nodige aandacht en uitwerking.

De taakgerichte uitvoeringsvariant

Laten we eerst nog even kijken wat ook alweer het verschil is tussen de taak- en inspanningsgerichte uitvoeringsvariant.

Bij inspanningsgerichte bekostiging krijg je als gemeente per cliënt een overzicht van hoeveel uren aan zorg en ondersteuning er is geleverd en dat vergoedt je als gemeente aan de zorgverlener. Bij de taakgerichte uitvoeringsvariant ontvang de (combinatie van) zorgverleners een budget op jaarbasis, waarvoor de zorg en ondersteuning moet worden geregeld en geleverd. Voor alle cliënten in één gebied (wijk, buurt, stad, regio), een of meerdere domeinen (welzijn, jeugdhulp, Wmo) of één of meerdere zorgvormen (ambulant, dagbesteding, ondersteuning met verblijf, etc.).

De taakgerichte uitvoeringsvariant onderscheidt zich doordat bij deze variant bekostiging van zorg en verantwoording van de geleverde zorg niet op cliëntniveau plaatsvindt, maar in een vorm van lumpsum bekostiging. Echter, dat is níet de essentie. De essentie is dat de inwoners met een ondersteuningsvraag dient als vertrekpunt. De betrokken ondersteuners nemen de leefwereld van de inwoner als vertrekpunt en bieden antwoorden die in de betreffende situatie het best passen en het meeste duurzame effect hebben. De werkwijze is inclusief en betrekt dus alle relevante vormen van ondersteuning op de situatie. Van sport, welzijn tot jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, van wonen, werk en inkomen tot schuldhulpverlening en van onderwijs tot talentontwikkeling. Meer dan in andere uitvoeringsvarianten beoogt de taakgerichte uitvoeringsvariant professionals de ruimte te bieden om – samen met de betrokken inwoners en/in hun omgeving – te doen wat werkt i.p.v. vooraf gedefinieerde producten of diensten te leveren.

Kies bewust en samen

Om dit alles te bereiken is duurzaam partnerschap tussen de betrokken gemeente(n) en aanbieders een belangrijke voorwaarde. Dit vraagt om een aantal bewuste keuzes van diezelfde partners. Bijvoorbeeld op het terrein van:

  1. De visie op samenleving en de daarin gewenste ontwikkeling;
  2. De voor de beoogde ontwikkeling benodigde acties en de uitvoering daarvan;
  3. De met de acties en uitvoering te bereiken resultaten;
  4. De route waarlangs inwoners de ondersteuning of zorg kunnen bereiken (de positionering van de Toegang);
  5. De wijze waarop de uitvoering met bedrijfsvoering en verantwoording wordt ondersteund.

Rode draden in de opgave

In gesprekken en leerkringen met professionals van gemeenten en aanbieders op het gebied van uitvoering, bedrijfsvoering en management blijkt naast een groot enthousiasme voor het gedachtegoed achter de taakgerichte uitvoeringsvariant ook de nodige zorg om de daarvoor benodigde randvoorwaarden. Issues die als rode draad door deze gesprekken en leerkringen over de taakgerichte uitvoeringsvariant lopen zijn:

  • Wat is en hoe komen wij als opdrachtgever en opdrachtnemer tot een bij ons partnerschap passende vorm van samenwerking en governance?
  • Wat is voor de opdracht nemende aanbieder(s) een bij hun onderlinge samenwerking – en het voor de uitvoering ook het daarbij om de hoek kijkend hoofd- en onderaannemerschap passende vorm van samenwerking en governance?
  • Hoe kom je in partnerschap tot een reële risico-verdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer? Welke sturingsinformatie is daarvoor nodig en mogelijk?
  • Hoe voorkomen wij de – in de huidige praktijk gebleken – verplaatsing van de administratieve lasten van gemeenten naar (het samenwerkingsverband van) de aanbieder(s). Op dit moment betekent het kiezen voor de taakgerichte uitvoeringsvariant eigenlijk niets meer of minder dan het creëren van een extra laag. De opdracht nemende aanbieder(s) wordt/worden feitelijk een gemeente die vervolgens hetzelfde (administratief) proces organiseert/organiseren als dat wat een gemeente eerst deed. Met bijvoorbeeld het belangrijke verschil dat de opdracht nemende aanbieder(s)  niet, het landelijk gestandaardiseerde berichtenverkeer kunnen gebruiken voor de onderlinge communicatie rond opdracht, verantwoording en declaratie. Oftewel, er is niet alleen sprake van een administratieve lastenverschuiving i.p.v. reductie. Sterken nog, er lijkt niet zelden juist sprake van onbedoeld ongemak in de vorm van toenemende administratieve lasten.
  • De scope van de taakgerichte Uitvoeringsvariant, waarbij ook het verschil tussen de het gedachtegoed achter de taakgerichte uitvoeringsvariant (brede, inclusieve en integrale uitvoering met de leefwereld van de inwoner/cliënt als vertrekpunt) en een taakgerichte bekostiging (lumpsum financiering van een bepaalde zorgvorm of ondersteuning voor een specifieke doelgroep) onvoldoende onderkent wordt.  
  • De route die een inwoner moet lopen om de juiste ondersteuning toegewezen en geleverd te krijgen, oftewel de positionering van de Toegang. Is dat proces wel of niet een onderdeel van de opdracht? In de praktijk wordt hier op diverse wijze vorm aan gegeven. Waarbij ook het waarborgen van de rechtspositie van de inwoner met een ondersteunings- of behoefte een vraagstuk is dat om nadere uitwerking vraagt. Een bij de uitvoeringspraktijk van alle uitvoeringsvarianten passende  uitwerking van goedbedoelde maar onjuist gehanteerde begrippen als beschikkingsvrij dan wel beschikkingsarm werken is daarbij helpend én mogelijk!

Van visie naar een sluitend en ondersteunend landschap

De taakgerichte bekostigingsvariant kent dus – net als andere uitvoeringsvarianten – voor- en nadelen. Of het bij jouw gemeente of bij een aanbieder past is sterk afhankelijk van enkele fundamentele keuzes en hoe het landschap van aanbieders er uitziet. Het helpt wanneer je dit landschap gezamenlijk in kaart brengt. Het Regioteam Opdrachtgeverschap & Opdrachtnemerschap Jeugdwet & Wmo heeft hiervoor een niet alleen een mooie beeldplaat beschikbaar, maar staat ook paraat om het gesprek tussen gemeenten, aanbieders en de cliënt vertegenwoordigende organisaties te ondersteunen.

Doorontwikkeling is nodig en mogelijk

Er is kortom nog veel mogelijk – en dus werk aan de winkel – om de potentiële mogelijkheden en beloftes van de taakgerichte uitvoeringsvariant daadwerkelijk vorm en inhoud te geven. Eén van de daarbij genoemde opties – het inrichten van een gezamenlijke bedrijfsvoering door de opdracht gevende gemeenten en de opdracht nemende aanbieders – kan daarbij wellicht een logische ontwikkelstap zijn. Niet in de laatste plaats ook, omdat het veel van het hiervoor benoemde onbedoelde ongemak rond sturing, bedrijfsvoering en verantwoording kan wegnemen.

Het goede nieuws bij dit alles is dat het Ketenbureau i-Sociaal Domein, samen met gemeenten, aanbieders en ketenpartners als het Rijk, VNG en brancheorganisaties niet alleen de ambitie, maar vooral ook de bereidheid heeft om hiermee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld door een update van de (veel geraadpleegde) Handreiking Taakgerichte Uitvoeringsvariant en het aanvullen van die handreiking met specifieke instrumenten/handreikingen rond thema’s als Governance, Samenwerkingsvormen en Passende toewijzing.

Het vervolg

In het licht van het voorgaande worden in de komende maanden met gemeenten, aanbieders en de cliënt vertegenwoordigende organisaties diverse sessies georganiseerd. Zo worden de contractstandaarden – ook voor de Wmo –  (door-) ontwikkeld, worden met (contract) managers van gemeenten en aanbieders in gezamenlijkheid verdere standaardisering op zaken als Kwaliteit, Indexatie en bouwstenen voor tarief- en budgetbepaling verkend en vindt er een inventarisatie plaats van mogelijkheden en al gevonden oplossingen om het landelijk gestandaardiseerde berichtenverkeer ook binnen de taakgerichte uitvoeringsvariant en vormen van hoofd- en onderaannemerschap te kunnen gebruiken.

Tenslotte

Moet je als gemeente of aanbieder over willen stappen naar de taakgerichte uitvoeringsvariant? Dat hangt af van de visie en doelstellingen die je samen hebt. Het hangt samen met de wijze waarop je wilt sturen op de ontwikkelingen. Elke uitvoeringsvariant kan goed werken, mits consequent en met continuïteit uitgevoerd. Voorop staat dat je als (samenwerkende) gemeente(n) en aanbieders een keuze moet maken die past bij de situatie. Overstappen doe je dus alleen als het écht past bij de gezamenlijke visie en doelstellingen van inwoners, gemeenten en aanbieders.

Wil je over dit alles meer weten? Heb je suggesties, twijfels of juist inspirerende gedachten? Wij horen ze graag! Mail of bel!

Over de auteur

De auteur, Peter Paul J. Doodkorte is als zelfstandig adviseur voor overheden en organisaties werkzaam binnen het sociaal domein. Hij is ook één van de (zeven) Regioadviseurs die samen het landelijk werkende Regioteam Opdrachtgever-/opdrachtnemerschap Wmo en Jeugdwet vormen.

Het Regioteam ondersteunt gemeenten én aanbieders bij het werken volgens de bedoeling en opereert  – vanuit en in samenwerking met het Samenwerkingsplatform Sociaal Domein – namens het Ketenbureau i-Sociaal Domein dat wordt aangestuurd door de Stuurgroep i-Sociaal Domein. Hierin hebben naast de zorgbranches (Actiz, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en Valente) ook vertegenwoordigers vanuit de gemeenten, de VNG, en VWS als stelselverantwoordelijke, zitting hebben. De Regioadviseurs beschikken over een breed palet aan producten en diensten, instrumenten, opleidingen en praktijkvoorbeelden. Daarnaast hebben ze toegang tot een groot netwerk van experts, ervaringsdeskundigen en een rechtstreeks lijntje met ‘Den Haag’.

Vanuit zijn rol als Regioadviseur en facilitator van o.a. de leerkringen Taakgerichte Uitvoeringsvariant heeft Peter Paul deze publicatie geschreven.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s