- High-Rise
In 1975 publiceerde de Brit J.G. Ballard, vermaard sciencefictionauteur, de lugubere, pessimistische toekomstfantasie High-Rise, waarin hij de ‘normale’ maatschappelijke orde, zoals hij die situeert in een luxueuze wolkenkrabber, ten onder laat gaan. Die roman is nu verfilmd. Wie in deze wolken-krabber woont moet zijn plaats kennen. Op de bovenste verdiepingen wonen de welgestelden, die zich daar verliezen in decadente bacchanalen, georganiseerd door de malicieus cynische architect van het gebouw. Daaronder wonen de midden- en lagere klassen. Nieuwkomer en medicus dr. Robert Laing behoort tot de middenklasse. Hij leert aanvankelijk de geneugten kennen van de volkomen geïsoleerde samenleving: voor consumptie en vrijetijdsbesteding zoals supermarkt, sportschool en zwembad hoeft hij niet langer het gebouw uit. De buitenwereld bestaat eigenlijk alleen als werkgever (als economie dus eigenlijk).
Waarom wordt nooit helemaal duidelijk, maar kort nadat Laing zich in het gebouw heeft gevestigd, ontstaat een opstand tegen de gevestigde orde en ontaardt deze ‘samenleving’ in een totale, bloedige en nihilistische anarchie. Het betekent vooral ook de teloorgang van de middenklasse waartoe de arts behoort. Zoals overigens iedereen in deze film een duistere kant heeft, is ook dr. Laing niet per se een goed mens. Zie maar eens hoe hij een collega die tot de upper class behoort een verzonnen diagnose aanpraat en zie hoe hij zich zonder gewetenswroeging aanpast aan de veranderde omstandigheden.
Misschien hadden de makers, het echtpaar Ben Wheatley (regisseur) en Amy Jump (scenario), de film niet zelf moeten monteren, want hun vertelstijl is bij tijd en wijle nogal incoherent. Maar je kunt ook volhouden dat vorm hier adequaat inhoud volgt. Hoe dan ook, ze zijn er wel in geslaagd Ballards grootste angst over het voetlicht te brengen: ‘Dat waanzin de enige vorm van vrijheid wordt wanneer de normaliteit in een gemeenschap volledig is.’