

· Verloren vanzelfsprekendheid
Altijd lijken de beslissende ideeën achteraf eenvoudig en vanzelfsprekend. Maar elk beslissend idee doorloopt ook drie stadia: Eerst wordt het belachelijk gemaakt. Dan wordt het idee hevig bestreden. Tenslotte wordt het als vanzelfsprekend aangenomen. Mijn ideeën over ‘de verloren vanzelfsprekendheid’ zullen mogelijk door hetzelfde lot getroffen worden.
Professionals in het sociaal domein vervullen een belangrijke rol voor inwoners die vastlopen in de maatschappij. Of het nu gaat om participatie, inkomenswaarborg, zorg, onderwijs of veiligheid; professionals ondersteunen, regisseren en grijpen in als dat nodig is. De verschillende wetten in het sociaal domein vormen de kaders voor de professional in zijn contact met burgers. Deze wettelijke kaders en de lokale regelgeving veroorzaken echter ook vaak wrijving. Helemaal, als de inwoner te maken heeft met meerdere vraagstukken op meerdere terreinen. Een interventie, geschikt voor het ene domein, verergert mogelijk de problemen op het andere domein. Zo kan energieafsluiting als gevolg van betaalachterstanden gezondheidsklachten verergeren. Ook kan er onduidelijkheid zijn over de bevoegdheid tot gegevensuitwisseling tussen de betrokken partijen, zoals de jeugdzorg, het wijkteam, of de huisarts. Zelfs wanneer een passende oplossing voorhanden lijkt, kan zich alsnog discussie tussen instanties voordoen over wie wat betaalt. De benodigde interventie laat dan op zich wachten. Intussen escaleert de problematiek en nemen de kosten voor zorg, bestaanszekerheid, en veiligheid nemen toe. Wat daarbij opvalt in het is het gebrek aan handelen op basis van vanzelfsprekendheid.
Ik geloof in een samenleving die toegankelijk is voor iedereen. Een samenleving waarin iedereen meetelt en meedoet. Ieder op basis van zijn eigen talenten. Een samenleving dus waarin iedereen ertoe doet en die mensen insluit in plaats van uitsluit. Participatie is de basis. Ieder mens wil meetellen en gezien worden. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is het niet altijd. Tal van oorzaken kunnen het meetellen en meedoen in de weg staan. Een lichamelijke of geestelijke beperking, armoede, dakloosheid, een depressie of verwaarlozing.
Gelukkig hebben wij hiervoor in onze samenleving een open oog. Wij doen er echt alles aan om iedereen mee te laten doen. En desondanks lukt dat vaak niet. De oorzaak? Wij zijn het vanzelfsprekende kwijt geraakt.Kort door de bocht gesproken: als professional zien wij de mens die ondersteuning behoeft te vaak en te snel als een object. Elk woord, elke handeling, elk contact is een zakelijk handeling, een opdracht die wij binnen de kaders van protocollen, wetten en richtlijnen moeten uitvoeren.
Het thema van de verloren vanzelfsprekendheid kwam kortgeleden aan de orde in een gesprek dat ik voerde met enkele collega’s die als adviseur verbonden zijn aan het landelijke project ‘Oppakken en leren van complexe casuïstiek’ van het ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd. Wij stelden vast dat professionele hulpverleners regelmatig in een spagaat terechtkomen tussen de hulp die ze willen bieden en de voorwaarden die gesteld worden aan de hulpverlening.
Het zijn vaak bevlogen en betrokken mensen die last hebben van het ‘hokjes denken’ rondom diagnoses en passende antwoorden. Zij voelen zich te vaak niet gehoord, niet gezien en niet begrepen of in de steek gelaten door collega’s, hun organisatie of het systeem waarbinnen zij moeten werken. Mede hierdoor speelt bij hen angst voor de eigen veiligheid of de mening van buitenaf; van hun managers, collega’s, media en politiek. Deze angst heeft een verlammende werking op (het effect van) hun handelen.
Het thema van de verloren vanzelfsprekendheid drong zich een week later opnieuw aan mij op naar aanleiding van een artikel over een onderzoek van Marion Herben. Zij volgde het hulpaanbod aan ruim 900 jongeren en 400 gezinnen en onderzocht methodieken die de nadruk leggen op een persoonlijke benadering en een actieve ondersteuning. Jeugdhulpverlening, die de nadruk legt op een persoonlijke benadering en actieve ondersteuning, heeft effect, zo concludeerde zij. Bovendien, zo ontdekte ze, krijg je dan zicht op de juiste volgorde van de hulp. Want het heeft geen zin om psychische problemen aan de slag te gaan als bepaalde basisbehoeften, zoals woonruimte, niet op orde zijn.
Marion Herben is veldwerker, gedragswetenschapper en onderzoeker bij het JIT (XtraPlus) en Intermetzo.Marion Herben verdedigde op 28 september 2020 haar proefschrift Effectief Verbinden – Resultaatgerichte (door)ontwikkeling van interventies aan de Universiteit voor Humanistiek.
Een persoonlijke benadering en een actieve ondersteuning vragen idealisme en toewijding van de professional. En laten dat nu – in het algemeen gesproken – net de belangrijkste drijfveren zijn voor veel hulpverleners om het vak in te gaan.
Wat mij eigenlijk het meest kriebelde, was dat wij kennelijk onderzoek nodig hebben om weer ‘thuis’ te komen bij het vanzelfsprekende. Persoonlijk commitment, echte compassie met de ander is echter binnen het hedendaagse stelsel eerder een taboe dan basis. Vaak wordt een professional hierin juist belemmerd door de ingewikkelde structuur van de huidige hulpverlening. De botsende logica van op zichzelf goedbedoelde wetgeving en beleid. Of de enorme ‘drukte’ op de werkvloer met veel zorgcoördinatoren, casemanagers, jeugdregisseurs en andere regievoerders ten opzichte van de professionals die het moeten doen.
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer wij de ander beschouwen als ware het onze eigen ouder, partner, kind, vriend of vriendin, wij andere – en niet zelden beter – keuzes zouden maken. Stel jezelf maar eens de vraag, of jij dat wat jij professional praktiseert ook zou accepteren als genoegzaam wanneer het gaat om mensen die jou na aan het hart liggen?
In onze privésfeer denken wij minder na over hun reacties en gedragingen. Meestal handelen wij uit vanzelfsprekendheid. Zeker als het gaat onnozel basale levensbehoeften. In ons werk echter zijn wij geneigd te acteren als volstrekt door en naar het systeem getransformeerde persoonlijkheden. Waar wij ‘eigen kracht’ belangrijk vinden, boren wij met onze ondersteuning diep door op het ‘defect’, de ‘beperking’, het ‘zieke’ of het ‘probleem’. Waarmee wij ons het zicht op de aanwezige talenten en krachten en de daaraan verbonden kansen en mogelijkheden ontnemen. Het gebrek aan vanzelfsprekende aandacht daarvoor en de basisbehoeften van ieder mens (meetellen en meedoen!) ontneemt ons de kracht van het logisch denken.
Wat nodig is om het tij te keren? Vertrouwen in de professionals; ruimte en tijd om een persoonlijke relatie op te bouwen, ruimte om op een creatieve manier wet- en regelgeving in te zetten voor een passend antwoord. Kortom, ruimte voor vanzelfsprekendheid. Het zijn open deuren, dat is echt waar. Maar open deuren zijn ook een uitnodiging tot ontmoeting en gesprek (hierover)! Dat vanzelfsprekendheid iets is wat je kwijt kunt raken, en dat juist daardoor veel van onze goed bedoelde interventies kunnen falen.
- De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, senior-adviseur bij Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden, ondersteunt als regioadviseur namens het Ketenbureau i-Sociaal Domein, het programma Inkoop & aanbesteden Sociaal Domein en het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd, gemeenten en zorgaanbieders in de regio Zuid-Holland bij het professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap in het sociaal domein.
- Het Regioteam opdrachtgever- en opdrachtnemerschap Wmo & Jeugdwet is een samenwerking van:
- Meer van zijn blogs en ideeën zijn te vinden op Verruim de horizon, De kracht van het alledaagse en Inspirituals