- Verdwijnen
Roos is op bezoek bij haar moeder Louise in Noorwegen om de verjaardag van halfbroertje Bengt te vieren. Het welkom is niet al te hartelijk. Bengt is boos omdat Roos een lange tijd weg is geweest en de verhouding tussen Roos en Louise is sinds jaar en dag stekelig. Met Bengt is het snel bijgelegd, maar bij Louise ligt het een stuk moeilijker. Ze is echter vastbesloten om haar moeder te bereiken. Het bezoek van Roos heeft dit keer namelijk nog een reden. Ze is bij haar familie om te vertellen dat ze ongeneeslijk ziek, waardoor dit de laatste kans op verzoening met haar moeder is.
Op uitmuntende wijze worden in Verdwijnen de onderlinge verschillen tussen moeder en dochter tegen elkaar uitgespeeld. Boudewijn Koole toont zich in dit moeder-dochterdrama een meester in de subtiliteit: hij vertelt via de kleinste details van beelden en geluiden. Zo trekt hij je langzaam de gedachtewereld van hoofdpersoon Roos binnen, een vrouw die haar stugge, naar Noorwegen geëmigreerde moeder bezoekt om te vertellen dat ze dodelijk ziek is.
Eenvoudig gaat dat niet. Het contact tussen Roos en moeder Louise verloopt uiterst stroef – uit halve woordjes valt op te maken dat het waarschijnlijk al jaren zo gaat.
‘Moet dat zo kort?’, vraagt dochter terwijl moeder de nagels van een van haar sledehonden knipt. ‘Anders zou ik het niet doen’, klinkt het afgemeten.
Waar Roos sociaal losjes is, zelfs gaat duiken met haar Noorse halfbroertje Bengt, daar is Louise een ijskonijn. Het verschil zit ook in hun beroepen: Roos werkt aan een boek, Louise is pianolerares. Zoeker en piekeraar versus koele perfectionist. Op uitmuntende wijze worden hun onderlinge verschillen tegen elkaar uitgespeeld door Rifka Lodeizen (Roos) en Elsie de Brauw (Louise).
Roos voelt zich beduidend vrijer bij vroege puber Bengt (Marcus Hanssen), die op zijn beurt gebiologeerd is door haar. Hij componeert behoorlijk ingenieuze en sfeerrijke soundscapes op zijn computer, vooral van de galmende ijspegels in een grot in de buurt, en maakt nu ook opnamen van haar ademhaling terwijl ze slaapt.
Koole filmt het als tedere en liefdevolle toenaderingen, vindt met Bengts opnamen een poëtische vorm om Roos’ sterfelijkheid te benadrukken, tegelijkertijd wijst hij de subtiele seksuele spanning tussen de twee ook niet helemaal af. Verhoudingen tussen mensen, ook die tussen een kind en veertiger, zijn levensecht doch allesbehalve vanzelfsprekend, in Verdwijnen.