- Vijgen
‘Spreek alstublieft eens met onze zoon,’ vroeg een ouder echtpaar aan de burgemeester van het dorp. ‘Al het geld dat hij verdient geeft hij uit aan vijgen en wij krijgen niets. Wij zijn te oud om nog te werken. Ons spaargeld is bijna op en we zijn binnenkort veroordeeld tot honger lijden.’ De burgemeester beloofde dat hij de jongen zou aanspreken op zijn gedrag. En zo geschiedde. ‘Je ouders hebben je opgevoed en ervoor gezorgd dat jij een goede opleiding kon volgen. Nu zijn ze oud en laat jij ze aan hun lot over. En naar ik heb gehoord alleen maar omdat je zo verzot bent op vijgen. Als je een hart in je lijf hebt, stop je met die slechte gewoonte.’
De jongen schaamde zich diep. Hij nam de woorden van de burgemeester ter harte en deelde zijn inkomen voortaan met zijn ouders. Toen de vader de burgemeester tegen kwam bedankte hij hem uitbundig. ‘Maar wat ik niet begrijp is waarom u ons eerst vijf weken liet wachten.’ De burgemeester schoot in de lach. ‘Ik houd ook erg van vijgen en kan er maar moeilijk afblijven. Ik voelde dat ik niet het recht en de kracht had om jullie zoon te vermanen als ik niet eerst zelf vijf weken afzag van het eten van vijgen.’