- Dat moet voldoende zijn
Israël Baal Shem-Tov zag dat er een ramp over het volk Israël zou komen, ging hij mediteren op een bepaalde plek in het woud; daar stak hij een vuur aan, zegde een gebed en het wonder geschiedde, de ramp werd herroepen.
Later, toen zijn leerling, de beroemde Maggied van Mezzeritch, de hemel om voorspraak bad om dezelfde redenen, ging hij naar dezelfde plek in het woud en zei: ‘Heer van het heelal, luister. Ik weet niet hoe ik het vuur moet aanmaken, maar ik ben wel in staat om het gebed op te zeggen’. En het wonder geschiedde.
Nog later ging Rabbi Moshe Leib van Sassov naar het woud, om zijn volk te redden, en hij zei: ‘Ik weet niet hoe ik het vuur moet aanmaken, maar ik weet de juiste plek te vinden en dat moet voldoende zijn’. En het was voldoende: ook toen geschiedde het wonder.
Toen was Rabbi Israël van Rizhin aan de beurt om het gevaar te bezweren. In zijn stoel gezeten nam hij het hoofd in de handen, en hij sprak tot God: “Ik ben niet in staat om het vuur aan te maken, ik ken het gebed niet, ik kan zelfs de plaats niet terugvinden in het woud. Al wat ik kan is dit verhaal vertellen. Dat moet voldoende zijn”. En het was voldoende.
Uit: ‘Vuur in de duisternis – Elie Wiesel