- Gevaar…
“…en toen ik zo moederziel alleen door het bos liep,” vertelde de reiziger, “joegen opeens wel honderd wolven achter me aan.”
“Honderd wolven?”
“Ja, zoals ik zei, honderd wolven achtervolgden me!”
“Ach, dat geloof ik niet! Zulke roedels bestaan niet.”
“Nou ja, honderd … bij wijze van spreken. Misschien waren het vijftig!”
“Vijftig wolven? Hebt u werkelijk vijftig wolven geteld?”
“Wat! Zou ik ze nog moeten tellen ook? Ik was in paniek. Het kunnen er ook twintig geweest zijn, of misschien wat minder. Maar waarom strijdt u eigenlijk met mij over het aantal? Zelfs tien wolven, of vijf, ja zelfs drie wolven zouden me op de vlucht doen slaan. En als u achtervolgd wordt door slechts één wolf, zou de angst u toch ook om het hart slaan?”
“Ja zeker, maar nu even eerlijk: hebt u echt een wolf gezien?”
“Ja, wat denkt u dan? Wie zou er anders zo gegromd hebben?”
- De werkelijkheid, of de betekenis ervan, is niet (zomaar) gegeven.