Werken in netwerken aan een inclusieve samenleving

Voor een krachtige en inclusieve samenleving zijn sociale verbanden van wijkbewoners essentieel, moet er meer vanuit de ‘wijk’ worden gedacht en moeten wijkteams zoeken naar meer collectieve oplossingen en interventies. Hoe krachtiger, gezonder of rijker het collectief functioneert, hoe beter het individu kan floreren. Hoe beter professionals de ‘collectieve’ opdracht uitvoeren, hoe minder beroep inwoners doen op individuele hulp en ondersteuning. Want als de context goed is, gedijt het individu beter. Dat concluderen de samenstellers van het essay Eigen kracht als ‘samenkracht’. Werken in netwerken aan een inclusieve samenleving. Om wijkteams te helpen daar invulling aan te geven introduceren zij het netwerkkwadrant.

Kijkrichtingen

Het netwerkkwadrant biedt vier kijkrichtingen voor het werken in netwerken: het sociale netwerk (individueel en collectief) en het institutionele net­werk (individueel en collectief). Voor het wijkteam maakt het model concreet wat werken in netwerken in elk van de vier kwadranten kan betekenen. Bij het werken in netwerken zijn het sociale en het institutionele netwerk te onderscheiden. Beide kunnen zoeken naar oplossingen en interven­ties voor individuele hulpvragen en voor collectieve kwesties. Dat levert in het model vier dimensies op, waarin een professional, samen met anderen, kan werken aan inclusie:

  1. In het persoonlijke leven: werken vanuit het individuele sociale netwerk van een inwoner.
  2. Tussen de regels: het individuele institutionele netwerk, het terrein van regelingen voor een inwoner (een regeling, beschikking, kwijtschelding of uitzondering op de regel).
  3. In de wijk, het collectieve sociale netwerk: werken aan sociale cohesie en aan leefbaarheid.
  4. Aan de beleidstafel, het collectieve institutionele netwerk: een professional denkt mee over en werkt mee aan een passende inrichting van het sociaal domein.

Het model wordt toegelicht en uitgewerkt in het essay. Dat schetst per kwadrant wat ermee wordt bedoeld, wat het werken in dit kwadrant concreet voor wijkteams betekent en wat dat vraagt van de professionele houding. Tot slot beschrijft het essay wat wijkteams nodig hebben om het werken in netwerken in praktijk te kunnen brengen: een passende opdracht, context en vaardigheden. De kaders door de tekst heen geven concrete vragen en versterkende oplossingen, om een beeld te geven van waar per kwadrant aan kan worden gedacht.

Context

De samenstellers van het essay signaleren dat het werken in netwerken van iedereen om uithoudingsvermogen vraagt, om gesprek en om agenderen op andere tafels. Dat betekent vastberaden ‘doormodderen’ in een wereld waarop ieders invloed zeer van belang maar tegelijk ook beperkt is. De transformatieopgave van het versterken van het gewone leven raakt daarbij aan morele en maatschappelijke kwesties, die uiteindelijk in een politieke context beantwoord moeten worden. Het is hoe dan ook van belang de kijkrichting te keren en het licht te laten schijnen over collectieve kwesties. Hoe beter professionals in het sociaal domein in staat zijn, en worden gesteld, om hun opdracht in de collectieve dimensie uit te voeren, hoe minder beroep inwoners zullen doen op individuele hulp en ondersteuning. Als de context goed is, gedijt het individu beter.

Overdenksessies

Het netwerkkwadrant is ontwikkeld op basis van drie overdenksessies die het pro­gramma Integraal Werken in de Wijk en de Associatie Wijkteams in 2020 hebben georganiseerd. Leidend waren de thema’s ‘Hulp en ondersteuning dícht bij inwoners’ én ‘Integraal in netwerken’. Na korte lezingen van experts volgden verdiepende dialogen met deelnemende professionals. De overdenksessies waren in eerste instantie bedoeld om te reflecteren op de ervaringen in de coronapandemie. Omdat het belang en de urgentie sterk naar voren kwamen van meer collectieve, versterkende oplossingen en interventies, is dit netwerkkwadrant ontwikkeld.

  • Dit essay geeft inzicht aan gemeenten en hun wijkteams over de invulling van de transformatieopgave van het versterken van het gewone leven middels het wijkgericht werken. Het biedt daarbij ook een concretisering van de bijbehorende opdracht en randvoorwaarden, die overigens binnen de gehele lokale infrastructuur hun plek en vorm moeten krijgen.
  • Dit essay beschrijft een veranderende werkelijkheid. We zijn op zoek naar nieuwe taal, beelden en ordeningen, om beter te snappen wat er nodig is om de transformatieopgave te doen slagen. Het is een begin, en nadrukkelijk bedoeld als aanzet tot een voortgaande en verdiepende dialoog over de vraag wat het betekent om te werken in netwerken, met alle spelers die daarin een rol zouden kunnen en moeten vervullen.

Sophie Hospers is onderzoeker op het gebied van jeugdhulp bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tevens is ze als adviseur verbonden aan het Nederlands Jeugdinstituut.