De baas over je lijf

Met jonge kinderen praten over hun lijf, over aanraken en wat daarin fijn is en wat niet, kan lastig zijn. Soms zijn het de volwassenen die zich daar beschroomd over voelen, soms zijn de kinderen geremd of beschaamd over ‘bloot’. Het boek De baas over je lijf (2020) van Melanie Meijer en Iva Bicanic kan daarbij helpen. De drie verhalen voor kinderen van pakweg 2 tot 5 jaar zijn eerder verschenen als losse boekjes.

Waar ligt de grens?

In het eerste verhaal, In je blootje, gaan Luuk en Roos zwemmen. Het laat kinderen zien dat geslachtsdelen, net als armen, je neus en voeten, bij je lijf horen en een naam en een functie hebben.

Het tweede verhaal, Dat is fijn, gaat over aanraken en wat fijn is en wat niet. Op elke pagina zie je Luuk en Roos op verschillende manieren lichamelijk contact hebben, zoals een kus van mama bij het wakker worden, of een koud washandje in je gezicht, met daarbij de vraag te benoemen wat er gebeurt en of Luuk en Roos dit fijn of niet fijn vinden.

Het derde verhaal, Nee zeggen mag, is het meest expliciet en gaat over grenzen aangeven. Luuk en Roos komen allebei in een situatie die ze niet fijn vinden, waartegen ze ‘nee’ leren zeggen en het aan hun ouders vertellen.

Dat de drie boekjes nu gebundeld zijn heeft meerwaarde: de opbouw is zo heel mooi en logisch. De baas over je lijf biedt handvatten om met jonge kinderen te praten over gewenste en ongewenste aanrakingen, zonder zwaar of beladen te zijn  ̶  dankzij de fijne toon en fraaie illustraties van Laura Neuhaus.

Baas over je lijf is o.a. te bestellen bij uitgeverij SWP.