
- Gepubliceerd 11 juli 2012 | MT | Podium | P.P.J. Doodkorte
Grote impact
Ook ik leer(de) aan de hand van rolmodellen. Mensen aan wie ik een voorbeeld neem. Mijn ouders, een broer, iemand uit mijn vakgebied, een kunstenaar, muzikant of journalist. Ik realiseer me dat in toenemende mate tijdens symposia waarop ik mag spreken. Tijdens mijn verhaal roep ik aan de hand van allerlei metaforen uit mijn eigen jeugd en omgeving op om ouders en kinderen aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid. En op hun gedrag. Zeker als iets echt niet door de beugel kan. En om het dan niet alleen te denken, maar ook tegen hen te zeggen: ‘dat kan je toch niet maken!’
We moeten ons goed beseffen dat datgene wat we doen veel belangrijker is en een veel grotere impact heeft dan datgene wat we zeggen. Iets verbieden, wat we zelf wel (blijven) doen, zal tot niets leiden. Het kind gaat veel – zo niet alle – dingen van zijn ouders overnemen; of deze nu goed of slecht zijn. Dit moeten we als ouders en grootouders in ons achterhoofd houden. Normen en waarden worden op deze manier ook overgedragen. Willen we dat ons kind een bepaalde eigenschap of levenshouding aanneemt, dan zullen we zelf ook het goede voorbeeld moeten stellen.
Gedrag overnemen
Het gezin waarin we opgroeien is bepalend voor datgene wat we meekrijgen in de opvoeding, welk milieu we vandaan komen en wat voor invloed dat heeft op de rest van ons leven. Ouders hebben normen en waarden die ze doorgeven aan hun kinderen. Kinderen kijken naar de ouders hoe ze omgaan met bepaalde situaties, hoe ze zich gedragen in het sociale leven of, heel belangrijk, in de relatie. Door de ogen van een kind gezien is datgene wat de ouder doet ook goed. Het kind zal dit gedrag – voor een groot deel onbewust – overnemen en doorzetten in zijn eigen leven. Ouders hebben dus een heel belangrijke rol bij de ontwikkeling van het zelfbewustzijn en zelfverzekerdheid van het kind.
Bij klassieke en operante conditionering leren kinderen (maar ook volwassenen) gedrag aan de hand van de gevolgen die dit gedrag voor hen heeft of door associaties tussen bepaalde gebeurtenissen en gedragingen. Bij observerend leren, ook wel sociaal leren genoemd, leren kinderen en volwassenen door observatie van het gedrag van anderen. Niet alle gedrag wordt nagevolgd. De vraag of het gedrag beloont of bestraft wordt en de ‘status’ van het rolmodel zijn daarbij factoren die bepalen of zij het gedrag van anderen gaan imiteren. Wat de ouders zelf niet hebben, kunnen ze ook niet doorgeven. Bijv. als ze zelf onzeker zijn of angsten hebben is dat wat ze als voorbeeld laten zien en doorgeven aan hun kind. Als de ouder sterk is zal deze kracht doorgegeven worden.
Keuzes maken
Al heel jong moeten kinderen keuzes maken. Welke vrienden ‘kies’ ik? Welke kleding trek ik aan? Wat wil ik later worden? Hoe ouder ze worden, hoe complexer de vragen. Als ze worstelen met die vragen, zoeken ze voorbeelden aan wie zij zich kunnen spiegelen. In de meeste gevallen zoeken zij de voorbeelden eerst bij hun ouders. Inmiddels is hun wereld echter groter en complexer geworden. Hun bestaan is daardoor veel minder duidelijker omkaderd. Kinderen van nu krijgen een stroom van informatie over zich heen. Via de media, school en vrienden komen er veel onderwerpen op hen af, vaak ook onderwerpen waarbij er van hen keuzes verwacht worden. Voor veel kinderen en jongeren – zo blijkt uit onderzoek – is een bekend persoon uit de media (eveneens) rolmodel.
Kinderen zijn vooral geneigd om gedrag na te bootsen van een model dat zij aantrekkelijk vinden of dat ze als belangrijk ervaren. De waardering voor het rolmodel vertaalt zich in de wijze waarop ze een taak leren verrichten door middel van observerend leren. Dit gebeurt door middel van doelversterking en stimulusversterking. Bij stimulusversterking worden stimuli en objecten aantrekkelijk omdat het rolmodel ermee omgaat. Bij doelversterking wordt het doel dat het rolmodel bereikt met zijn of haar handelen aantrekkelijker. Het verlangen hetzelfde doel te bereiken wordt versterkt. (Byrne en Russon, 1998)
Veelgemaakte vergissing
In de zorg voor jeugd zijn rolmodellen van groot belang: hoe verschillend kinderen ook zijn, ze hebben behoefte aan levende voorbeelden; aansprekende voorbeelden, mensen die écht in hen geïnteresseerd zijn. Die met hen willen optrekken en aan wie ze zich kunnen spiegelen. Ze vragen niet zozeer om een antwoord op alle vragen, om veel tijd of flitsend materiaal. Ze willen weten waar jij als opvoeder staat en of ze van belang zijn in uw ogen. Eerlijkheid, duidelijkheid en de bereidheid om gemaakte fouten toe te geven zijn daarbij van wezenlijk belang. Een veelgemaakte vergissing is dat opvoeders denken dat zij een perfect voorbeeld moeten zijn. Dat kan niet en dat hoeft ook niet. Het is goed om als opvoeder te laten zien dat je zelf ook zwak kunt zijn en fouten kunt maken.
- Dit Podiumartikel is geschreven door Peter Paul Doodkorte, toentertijd partner van BMC.