- De geschonden robijn
Er was eens een rijke en machtige koning die een grote en zeer bijzondere robijn van onschatbare waarde bezat. Deze edelsteen vormde de basis van zijn roem, rijkdom en macht. Elke dag keek hij er vol trots naar. Op een dag zag hij tot zijn grote ontsteltenis dat de robijn een kras vertoonde. Dit was een ramp! Wat moest hij doen?
Hij riep alle juweliers uit het paleis bij zich om de kras te onderzoeken en te kijken wat er kon worden gedaan om die te herstellen. Ze waren het er unaniem over eens dat er niets aan te doen was zonder nog meer schade te veroorzaken.
De koning was er totaal door van streek en loofde een grote beloning uit aan de juwelier die de robijn van de koning zou kunnen repareren. Diverse juweliers zagen hun kans schoon, maar allen moesten toegeven dat er inderdaad niets aan te doen was.
Een paar dagen later zei een van de dienaren van de koning dat hij had gehoord over een oude, gepensioneerde juwelier in een verre uithoek van het land, die heel veel ervaring zou hebben met het werken aan beschadigde edelstenen. Dus werd deze juwelier prompt ontboden; een paar dagen later kwam hij aan, een kleine, kromme, oude man in tamelijk sjofele kleren. De hoveniers van de koning deden erg minachtend en zeiden tegen de koning dat hij zijn tijd verdeed. Maar de koning drong erop aan dat de oude man de beschadigde edelsteen te zien kreeg. Hij keek er een tijdje zeer aandachtig naar en zei toen tegen de koning: “Ik kan uw robijn niet repareren, maar als u wilt, kan ik hem mooier maken.” De koning was een beetje sceptisch maar hij wilde per se dat er iets gebeurde, dus stemde hij ermee in.
Aldus ging de oude juwelier aan het werk met slijpen en polijsten. Een paar dagen later keerde hij terug. Op de edelsteen van de koning had hij een zeer verfijnde roos gegraveerd waarvan de steel werd gevormd door de kras.