- Jongen
Dit verhaal gaat over oude tijden, en het gaat over een jongen die Jongen heette. Jongen, dat was zijn volledige naam. Jongen was triestig, want hij vond het maar een stomme naam. Hij vroeg aan zijn vader Grijze Aarde hoe hij een andere naam kon krijgen. Zijn vader zei: “Jongen, als je een andere naam wilt dan moet je die verdienen..” “En hoe verdien je dan een andere naam?” vroeg Jongen dan.
“Om een andere naam te verdienen moet je laten zien dat je dapper bent, iets doen waardoor je zelf zeer trots zult zijn en waarvan de mensen naar je opkijken.” “Wil je me daarbij helpen?” vroeg Jongen. Zijn vader dacht even na en zei toen: “Morgen is het bizonjacht, je bent oud genoeg om voor de eerste keer mee te gaan.”
De Jacht
De volgende morgen vertrokken ze op jacht. Jongen had zijn prachtige pijlenkoker van hertenleer meegenomen. Na een lange tocht kwamen ze aan een plaats waar iemand bizons had gezien. Ze klommen samen, zonder te spreken over een heuvel waarachter er bizons stonden te grazen. Er stonden een stuk of tien bizons bij een bronnetje te drinken.
Grijze Aarde zei neem dat vrouwtje, ze staat het dichts bij ons. Jongen spande zijn boog en, omdat de vrouwtjesbizon zo dichtbij was, wist hij zeker dat hij haar kon raken. Net toen hij de pijl wou loslaten zag hij iets bewegen in het hoge gras achter de bizon. Een kleine babybizon krabbelde overeind in het gras en liep wankelend naar zijn moeder toe. De kleine bizon, met zijn donzig babyvachtje maakte hongerige geluidjes en zijn moeder likte hem vol liefde met haar tong. “Schiet” , fluisterde Grijze Aarde. “Ik kan het niet “, zei Jongen “De babybizon zou doodgaan zonder zijn moeder.” Zwijgend liep hij met zijn vader terug naar huis. Jongen was zeer droevig want hij had gefaald in zijn opdracht.
Sneeuw
Even later lag hij thuis triestig voor zich uit te kijken. Zijn vriend Sneeuw kwam binnen en vertelde hem dat hij een enorme bizon had geschoten. Sneeuw zei dat hij nu zeker een nieuwe naam verdiende aan het kampvuur. Dat maakte Jongen nog triestiger, want hij zou geen nieuwe naam krijgen. Grijze Aarde zei dat hij ook aan het kampvuur ging vertellen wat er met Jongen gebeurd was vandaag. Hoe kon vader hem nu ten schande maken bij de hele stam, vroeg Jongen zich af.
Iedereen zat rond het kampvuur en de trommen lieten zachte en ritmische klanken horen. Eerst kwam de vader van Sneeuw. “Mijn zoon was zeer moedig. Hij hield met sterke handen de boog vast en hij doodde de bizon. We hebben mijn zoon sneeuw genoemd omdat hij in de winter geboren was, maar hij noemt niet langer Sneeuw. Hij heeft met een krachtige en snelle pijl gedood. Nu noemt hij PIJL-DODER.” Pijl doder danste nu rond het vuur. Toen zijn dans gedaan was kwam de vader van Jongen. Jongen stopte zichzelf al weg.
Grijze Aarde sprak
Grijze Aarde sprak: “Mijn zoon was zeer moedig. Hij hield met sterke hand de boog, maar hij doodde de bizon niet.” Alle mensen keken verbaast. Sommigen stonden al op om het kampvuur te verlaten, want wie geen bizon dood, kan toch geen naam krijgen. “Wacht”, zei de vader “Ik heb nog niet gedaan met spreken”. “Jongen is geen jager, hij heeft geen jagershart. Hij hield met sterke hand zijn boog op een groot moederdier gericht, maar hij doodde het dier niet. Zijn hart hield de pijl tegen. Hij zag haar hulpeloos bizonjong. Jongen heeft gekozen voor het pad van de wijsheid, hij wil het leven van andere schepselen sparen. Ik geef hem de naam BIZON-BROEDER, omdat hij zijn hart volgde.” De mensen juichten en Bizon-Broeder danste zeer blij en leefde vanaf dan gelukkig samen met alle dieren van de schepping.