Toegang voor jeugd met een levenslange en levensbrede hulpvraag

Onlangs verscheen het rapport ‘Toegang voor jeugd met een levenslange en levensbrede hulpvraag: Routes naar een integrale afweging’, opgesteld door KPMG.

Aanleiding voor dit rapport vormen het onderzoek ‘levenslange en levensbrede zorg- en ondersteuningsvragen van jeugdigen en jongvolwassen’ van onderzoeksbureau Significant en het onderzoek ‘Basisfuncties voor lokale teams in kaart de route en componenten onder de loep’ van KPMG.

De doelgroep van het rapport wordt ook wel “Triple L” genoemd: levensbreed, levensloop, levenslang. Het kan gaan om kinderen met bijvoorbeeld een (licht) verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, zintuigelijke beperking, of een meervoudige beperking, kinderen met autisme-spectrum-stoornis, of met een chronische (progressieve) ziekte die dagelijks extra ondersteuning en/of zorg vraagt.

Het inzicht dat de zorg en ondersteuning voor de Triple L-doelgroep verbeterd moet worden, staat centraal. Tegelijkertijd zijn er verschillende inzichten over wat helpend is voor deze doelgroep en wat daarvoor nodig is. Sommigen staan een meer inclusieve aanpak voor, omdat zij vinden dat zowel de knelpunten als de oplossingsrichtingen niet exclusief voor deze doelgroep zijn. Daarnaast vraagt de afbakening van de doelgroep nader onderzoek.

Sinds 2015 vallen de kinderen die dit betreft tot hun 18e levensjaar onder de Jeugdwet, tenzij het gaat om medische zorg (Zorgverzekeringswet, Zvw) en 24 uurs zorg en toezicht (Wet Langdurige Zorg, Wlz). Na het 18e levensjaar heeft de doelgroep ook (of alsnog) te maken met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Zvw en Wlz. Op het grensvlak van die wetten kunnen schrijnende kwesties ontstaan.

Verder is voor deze groep die kampt met langdurige chronische problematiek een (al te gemakkelijk) beroep op eigen kracht vaak niet passend. Daarnaast schept het afgeven van korte indicaties onnodig onrust voor de problematiek die niet overgaat. Ten slotte kan er onvoldoende oog zijn voor de ondersteuningsvraag van het gezin/ systeem als geheel.

Om de knelpunten weg te nemen en de toegang voor de doelgroep te verbeteren, noemt het rapport een aantal leidende principes. Ze geven de inhoudelijke waarden weer die passen bij het goed inrichten van het toegangsproces voor gezinnen met levenslange en levensbrede zorg- of hulpvragen. Deze principes en de uit

de casuïstiek geleerde lessen zijn ook relevant zijn voor de bredere verbetering van de toegang. Ze worden nu geëxpliciteerd voor de Triple L-doelgroep om een beweging naar verbetering op gang te brengen die ook voor andere doelgroepen van belang is.

De leidende principes zijn:

  • De onderscheidende factoren van de doelgroep zijn breed bekend.
  • ‘Eigen kracht’ inzetten vraagt om maatwerk.
  • Professionals krijgen en nemen voldoende ruimte om te doen wat nodig is.
  • De problematiek gaat niet over.
  • De problematiek treft niet alleen een individu maar ook het systeem/gezin.
  • Een preventieve blik en levensloopplanning is nodig.

In het rapport worden een drietal routes voorgesteld, die helpend zijn om knelpunten weg te nemen.