We doen het anders, zeggen we. Al jaren. Met hartstocht en mooie intenties blikken we vooruit. Ministers houden motiverende speeches, koepels zetten de koers uit, gemeenten werken aan visies, aanbieders trekken aan de bel: “Zo kan het niet langer.” En de professionals, die vechten dagelijks voor beweging, voor het kind, voor de cliënt. Maar onder aan de streep? We praten… en praten… en de transformatie blijft hangen als een ochtendmist boven de polder. Je ziet hem, je voelt hem, maar hij trekt maar niet op.

Structuren en systemen zijn als een ouderwetse klapdeur in een dorpscafé. Je duwt eraan, er veert wat mee, maar als je niet stevig doorloopt, sta je zo weer buiten. Wetgeving, financiering, aanbestedingsregels: ze zijn gebouwd op behoud, niet vooruitgang. Neem de Jeugdwet – bestudeer die, en je ziet een keurig labyrint voor risicobeheersing, niet voor experiment. Iedereen wil, maar het systeem vraagt ‘bewijs’ voor iedere stap en draait mee in het ritme van controle.

Verschillende belangen en tempo’s zijn als een carrousel waar ieder zijn eigen paard kiest. Landelijke koepels verlangen regie, gemeenten zoeken maatwerk, aanbieders willen impact. Maar wie stapt af en wie duwt echt door? Het overleg duurt langer dan de omwenteling van de paarden… en de besluitvormers hollen rondjes zonder echt van hun stek af te komen.

Transformatie is geen ‘project’, maar een pelgrimage.
Het is niet van A naar B, maar van polder naar horizon, door modder, wind en schijnbaar eindeloze meetings. Stapt iemand uit de comfortzone? Dan trillen de routines en vragen ze: “Mag dit wel zo?” Een experiment met integrale wijkteams in een wijk van Zwolle wordt geroemd — maar landelijk zijn we nog steeds aan het polderschaatsen.

Urgentie is soms pas voelbaar als het water stijgt.
Zoals bij dijken: ze worden pas verhoogd als het water klotst en het boezempeil stijgt. Zolang het veilig ‘lijkt’, schuiven we plannen voor ons uit. Wachtlijsten langer dan een treintraject tussen Groningen en Limburg? Pas dan pakken we door.

In Dordrecht delen ze de regie en nemen ze casussen over gemeentegrenzen heen aan. In Delft werken ketens samen aan ambulante preventie. In Veendam zet één gemeente in op een sterk netwerk, waar professionals elkaars expertise benutten — en geen kind door het ijs zakt. In Rotterdam pionieren ze met Housing First, laat Utrecht cliënten werkelijk participeren in hun beleid. Kleine initiatieven, soms zo kwetsbaar als lammetjes in de wei, maar ze lopen.

We praten teveel over verandering, te weinig in verandering. Overleggen als drijfzand: je blijft er in hangen als niemand taak of verantwoordelijkheid claimt. Successen? Die worden als kroontjes in de kast gezet, in plaats van als voorbeeld, les en uitnodiging — “doe met ons mee”.

  • Maak urgentie zichtbaar, niet alleen voelbaar bij de waterlijn. Zorg dat iedere actor – ministerie, koepel, gemeente, aanbieder, professional – snapt waarom bewegen nú moet, niet morgen.
  • Verander in de praktijk, niet op papier. Laat pilots, leertrajecten, acties rollen. Meet, en vier het resultaat. Durf je mislukking te delen — want wie leert in het donker, ziet het licht eerst.
  • Creëer ruimte voor experimenten, leg de lat niet meteen bij het ministerie. De beste innovaties starten bij lef en loslaten. Geef teams ruimte, waardeer wat lukt, leer van wat struikelt.
  • Leg eigenaarschap bij de mensen die willen bewegen.
    Geef een wijkteam de regie. Laat aanbieders samenwerken zonder concurrentie. Zet de burger centraal, niet het systeem. En: wie een idee lanceert, mag het ook echt gaan uitvoeren.
  • Bouw aan cultuur van verbinding – niet alleen structuur van overleg.
    Samen tafelen, samen leren, samen risico’s dragen. Zoals een boer en buur samen de sloot vullen bij wateroverlast: de polder blijft droog omdat je niet wacht tot de overheid met een protocol komt.

We willen veranderen, ja. Maar onze systemen, belangen, routines en de traagheid van comfort houden ons vaak tegen. Benoem het knelpunt eerlijk, laat urgentie bruisen, experimenteer, claim eigenaarschap en vier waar verandering wél lukt. Want pas als we samen stappen zetten buiten de mist, wordt ‘de horizon’ echt verruimd.