Waarom wil de Kamer mogelijk wel een einde aan het aanbesteden in het OV, maar blijft zij vasthouden aan marktwerking in de zorg?

De Kamer overweegt het aanbesteden in het openbaar vervoer (OV) te beëindigen, met als belangrijke motivatie dat de marktwerking hier lokaal heeft geleid tot verschraling van het aanbod en onvoldoende concurrentie. In dunbevolkte gebieden komen slechts enkele marktpartijen op concessies af, wat zorgt dat provincies weinig eisen kunnen stellen en burgers verstoken blijven van goed OV. Hier wordt de publieke verantwoordelijkheid voor basisvoorzieningen als rechtvaardiging gezien om provinciale initiatieven weer toe te staan.

Opvallend is dat in de zorgsector wél blijvend vast wordt gehouden aan marktwerking, ondanks vergelijkbare – en soms ernstigere – signalen: structurele druk op de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, en de toestroom van malafide aanbieders die zich richten op winstmaximalisatie ten koste van goede zorgverleners. Daarnaast veroorzaken controle en bureaucratie jaarlijks tientallen miljoenen aan “overheadkosten”, geld dat niet aan daadwerkelijke zorg ten goede komt.

Dit verschil in politiek beleid roept vragen op. Mogelijke verklaringen daarvoor:

  • Ideologie en economische belangen: In de zorg heerst nog altijd het idee dat concurrentie tot innovatie en doelmatigheid leidt, met stevige invloed van private zorgverzekeraars, grote aanbieders en commerciële belangen die zich succesvol organiseren om marktwerking te beschermen.
  • Praktische uitvoering: De zorgsector is complexer dan het OV, met uiteenlopende specialismen en belangen, waardoor hervormen risicovoller lijkt. Er is angst voor verstoring van bestaande contracten, boetes (EU-wetgeving) of “overgangschaos”.
  • Lokaal versus nationaal beleid: In het OV zijn de gevolgen van gebrekkige marktwerking direct voelbaar op lokaal/provinciaal niveau en zichtbaar voor burgers en bestuurders. In de zorg zijn problemen vaak diffuser, verspreid over vele aanbieders en regio’s, waardoor het minder urgent voelt voor de Kamer.
  • Politiek draagvlak: Het debat over OV-aanbesteding krijgt brede steun van partijen die lokaal geworteld zijn en hun kiezers direct zien lijden onder slecht OV. In de zorg zijn er grote risico’s voor landelijke onrust bij fundamentele veranderingen, iets waarvan politiek Den Haag terugschrikt.

Kortom, waar in het OV het publieke belang weer voorop lijkt te komen na jaren marktwerking, blijft in de zorgsector een hardnekkig geloof bestaan in de zegeningen van concurrentie. Dit ondanks dat de negatieve gevolgen (kosten, bureaucratie, fraude, en druk op kwaliteit) evident zijn en zorgprofessionals en patiënten hier telkens de rekening voor betalen.

De tijd is rijp om de marktwerking in de zorg daadwerkelijk af te schaffen. Nu de Kamer zich beraadt op het terugdraaien van de verplichte aanbestedingen in het openbaar vervoer – met als motivatie dat marktwerking publieke belangen schaadt – is het niet langer uit te leggen waarom de zorgsector hierin achterblijft.

Zorg is, net als openbaar vervoer, een essentiële publieke voorziening. De grondslag van ons zorgstelsel moet niet winstmaximalisatie zijn, maar solidariteit, kwaliteit en toegankelijkheid. Juist in een sector waar het direct om mensenlevens, welzijn en gelijke kansen gaat, is het onverantwoord om de markt leidend te maken. Marktwerking heeft geleid tot een versnipperd zorglandschap, stimuleert concurrentie waar samenwerking vereist is, en faciliteert de groei van malafide aanbieders die snel geld willen verdienen aan kwetsbare mensen en regels omzeilen.

De afgelopen jaren zijn de gevolgen van marktwerking in de zorg pijnlijk duidelijk geworden:

  • Sterke groei van bureaucratie: Jaarlijks gaan tientallen miljoenen euro’s op aan administratie, toezicht, controles en aanbestedingsprocedures – middelen die niet aan zorgverlening zelf worden besteed.
  • Frauduleuze aanbieders ten koste van goede zorgverleners: Het huidige systeem zet de poorten open voor ondernemers met malafide motieven, wat het vertrouwen in het hele zorgsysteem schaadt.
  • Minder samenwerking, meer kosten: Concurrentie leidt tot eilandvorming, versnippering van informatie, dubbele infrastructuren en uiteindelijk juist tot hogere kosten.
  • Druk op kwaliteit en toegankelijkheid: Zorgaanbieders worden beoordeeld op kostprijs in plaats van inhoud, waardoor kwaliteit onder druk staat en zorgprofessionals gefrustreerd afhaken.

Waarom is de Kamer nu wél bereid publiek initiatief te herstellen in het OV, maar blijft zij vasthouden aan marktwerking in de zorg? Dit verschil is niet te rechtvaardigen als je de onderliggende waarden en problemen naast elkaar legt. Juist in de zorg zijn de publieke belangen nóg groter en zijn de negatieve effecten van marktwerking minstens zo voelbaar. Het argument dat marktwerking voor innovatie, doelmatigheid en keuzevrijheid zorgt, is door de praktijk weerlegd.

Natuurlijk zijn er machtige spelers – verzekeraars, grote commerciële zorgaanbieders – die belangen hebben bij het voortbestaan van marktwerking. Maar de wetgever behoort het algemeen belang voorop te stellen, niet het beschermen van gevestigde belangen of oude dogma’s. Zoals de Kamer nu kiest voor publieke regie in het OV om burgers van goede, bereikbare mobiliteit te voorzien, zo moet diezelfde Kamer de moed hebben om de zorg weer in publieke handen te nemen.

Complexiteit, angst voor een moeilijke transitie of Europese regelgeving mogen geen smoes zijn om noodzakelijke verandering telkens vooruit te schuiven. Waar een wil is, is een weg; dit is bewezen in andere sectoren en in omringende landen. Begin kleinschalig, leer van pilots, luister naar professionals en organiseer een zorgvuldige overgang.

Zet nu door. Durf de stap te zetten die het publiek verwacht en verdient. Sta ervoor dat zorg, net als onderwijs en veiligheid, niet thuishoort in handen van de markt. Herstel het vertrouwen in het zorgsysteem en maak een einde aan de verspilling, fraude en jarenlange onzekerheid. Publieke voorzieningen vragen om publieke regie. Het is tijd dat de Kamer ook hier het publieke belang boven marktdenken stelt – niet pas als het systeem volledig vastloopt, maar nú.

Wie consequent is en het publieke belang boven particuliere winsten stelt, kan niet langer ontkennen dat marktwerking in de zorg zijn tijd gehad heeft. De Kamer zou, juist nu, daadkracht moeten tonen door werk te maken van structurele hervorming: schaf de marktwerking in de zorg af en investeer in een eerlijk, transparant en menselijk zorgstelsel.