
Where dragons live
De ouders waren twee academici aan Oxford. Met name vader had een verregaande fascinatie voor draken. Zelf was hij zelden thuis, net als zijn vrouw – zij was de eigenlijke vuurspuwende draak met haar duizenden regels. De vier kinderen vertellen tijdens het uitruimen van dat waanzinnige huis en tussen neus en ‘stiff upper lip’ door over hun bevoorrechte jeugd, met buitenissige gewoonten. Maar ook over de bizar hoge verwachtingen, over angst en eenzaamheid. De Nederlandse Suzanne Raes brengt het in Where Dragons Live prachtig in beeld.
In landhuis Cumnor Place in Oxford overleed onlangs de laatste bewoner. Haar vier volwassen kinderen komen bijeen om het ouderlijk huis leeg te ruimen voor de verkoop. Het is tot de nok toe gevuld met wetenschappelijke en esoterische memorabilia, antieke meubels, stapels documenten en familiebeelden. Elke hoek ademt de geschiedenis van deze excentrieke familie, waarin een ambitieuze wetenschapper de scepter zwaaide als strikte moeder en de vader – een drakenfan – voor eigenzinnige verhalen zorgde.
De erfgenamen treffen in deze welhaast sprookjesachtige, observerende documentaire overal draken aan. Soms afgebeeld op schilderijen en borden, anderzijds in notitieblokken vol verzonnen ‘wetenschappelijke’ terminologie, in het Beowulf-epos en in familiemythes over vijvers gevuld met drakenbloed.
‘Je moet genadeloos zijn. Het is onvermijdelijk’,
‘Je moet genadeloos zijn. Het is onvermijdelijk’, zegt Harriet, één van de kinderen uit het gezin Impey, die het monumentale huis van hun overleden excentrieke ouders in Oxfordshire uitruimen. Maar werkelijk alles is bijzonder, in nisjes, op de vele zolders – dus waar begin je?
De familie Impey wordt een periode gefilmd in leegrakende ruimtes, waar een magische soundscape klinkt van windvlagen, piepen en kraken. Elk voorwerp wat door hun handen gaat ontlokt bitterzoete verhalen van een onorthodoxe jeugd vol fantasierijke avonturen, maar ook van complexe gezinsverhoudingen, isolatie en diepgewortelde angsten.